Taxibedrijven hikken aan tegen taalplicht chauffeurs

Taxibedrijven hebben moeite met de strenge taaleisen die opgelegd worden aan chauffeurs. Eind dit jaar moeten zij een bewijs van taalbekwaamheid kunnen overleggen.

“Vooral bij bedrijven rondom Brussel, die met Vlaamse taxivergunningen werken, maar Brusselse chauffeurs in dienst hebben, speelt dit probleem. Deze chauffeurs spreken vaak geen Nederlands”, vertelt Pierre Steenberghen, directeur van taxifederatie GTL.

Het bewijs van taalbekwaamheid is één van de eisen waaraan voldaan moet worden om een bestuurderspas te ontvangen. Deze bestuurderspas is bij Vlaamse wet vanaf 1 juli verplicht voor elke taxichauffeur. Om voor deze pas in aanmerking te komen moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Zo moet de chauffeur een blanco strafblad kunnen overleggen en moet hij tevens een medische keuring ondergaan.

Deadline komt dichterbij

Terwijl de bestuurderspas afgelopen maand is ingevoerd, is de taaleis uitgesteld tot het eind van dit jaar. Daarna moet de chauffeur aan kunnen tonen dat hij het taalniveau B1 beheerst. Ook voldoet een bewijs van taalbekwaamheid niveau A2, maar dan moet de aanvrager verklaren dat hij binnen twee jaar een bewijs van taalniveau B1 binnen zal brengen.

Volgens Steenberghen hikken veel taxibedrijven in de Brusselse ring tegen de deadline aan die steeds dichterbij komt. De directeur van de taxifederatie zet ook vraagtekens bij de hoge taaleisen. “B1 is een zeer hoog niveau waar zelfs Nederlandstalige chauffeurs, die in dialect praten, het moeilijk mee kunnen hebben.”

Taalkennis opkrikken in taxi

De directeur van de taxifederatie pleit dan ook voor een versoepeling van de taaleis. “Het beroep van taxichauffeur is voor veel immigranten ook vaak een mogelijkheid om carrière te maken. Zij krikken in de taxi hun taalkennis op en kunnen daarna een stap hogerop zetten.” Deze carrièredynamiek wordt volgens Van Steenberghen verstoord met de strenge taaleisen.