Minister voelt niets voor uitstel mobiliteitsplan Vervoer op maat
Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters voelt niets voor een uitstel van het mobiliteitsplan Vervoer op maat. Zij houdt vast aan de deadline van 1 januari 2022. Dat is positief voor de taxisector, want die kan het extra werk dat dit systeem straks met zich meebrengt goed gebruiken.
Peeters veegt hiermee het verzoek van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten om zes maanden uitstel van tafel. De VVSG had eerder deze maand nog aangedrongen op een uitstel van de lancering van het mobiliteitsplan met zes maanden. De vereniging heeft ernstige twijfels over de timing en stelt dat er nog een aantal belangrijke hordes genomen moeten worden. Zo is onder andere nog niet bepaald wie de mobiliteitscentrale gaat uitbaten. Deze mobiliteitscentrale gaat een spin in het mobiliteitsweb vormen en dient onder andere ter vervanging van de belbuscentrales van De Lijn.
Taxi’s ingezet voor OV-opdrachten
Het mobiliteitsplan voorziet in een grondige hervorming van het openbaar vervoer, waarbij de klemtoon verschuift van aanbodgericht naar vraaggericht. Vraag een aanbod in vervoer moeten beter op elkaar afgestemd worden. Vaste buslijnen worden bijvoorbeeld geschrapt en taxidiensten kunnen dan de gaten opvullen.
Wegens de crisis in de taxisector had GTL zich rigoureus uitgesproken tegen het uitstel. Behalve een sterke daling van de activiteitsgraad, kampt de sector volgens de taxifederatie ook nog met administratieve en financiële lasten die verbonden zijn aan de invoering van het taxidecreet 2020. Bij de invoering van het decreet was de taxisector een rol in het systeem van basisbereikbaarheid toegezegd.
Negen maanden hard werken
Ook minister Peeters heeft dus geen oren naar uitstel. Zij beaamde in een commissievergadering van mobiliteit en openbare weken dat er overleg met de VVSG plaatsvond, maar dat het departement Mobiliteit geen reden ziet om het mobiliteitsplan andermaal uit te stellen. Haar credo: “Laat ons de komende negen maanden gebruiken om heel hard te werken en ervoor te zorgen dat we op 1 januari 2022 van start kunnen gaan.”
Behalve het aanduiden van een partij die de rol van mobiliteitscentrale op zich gaat nemen, zijn er dit jaar nog een aantal belangrijke hordes te nemen. Zo moeten een aantal vervoersregioraden het mobiliteitsplan nog definitief goedkeuren. Ook is er nog geen duidelijkheid over de tarifering.
