Criminoloog Johan Deklerck: “Kom niet tussen in een ruzie op de achterbank”

Elke taxichauffeur krijgt vroeg of laat te maken met een ruziënd koppel op de achterbank. Hoe spelen ze hier het best op in? We praten hierover met criminoloog Johan Deklerck. Hij raadt taxichauffeurs aan om vooral niet tussen beiden te komen. Anders zou het ruziënde koppel zich weleens tot de chauffeur kunnen keren.

Een ruzie tussen een koppel op de achterbank. Menig taxichauffeur heeft dit al meegemaakt. Maar hoe spelen taxichauffeurs hier nu het best op in? Criminoloog Johan Deklerck raadt aan om vooral niet tussen beide te komen. “Je zal altijd wel iemand als dader en slachtoffer  inschatten. En dan heb je de neiging het slachtoffer te steunen, maar blijf  eruit”, zegt Deklerck. “Doe de taak die aan je is opgedragen: iemand van punt A naar punt B brengen. Meng je niet emotioneel, neem geen standpunt in en houd afstand.”

Koel hoofd 

“Blijf eruit en blijf formeel en correct”, benadrukt Deklerck. “Houd het hoofd koel. Bekom er later van en praat erover met je collega’s. Je kan als buitenstaander een grote inschattingsfout maken door je te mengen. Een dader en slachtofferrol kunnen snel omkeren en kunnen zich tegen de taxichauffeur keren. Blijf in discreet contact met de je bedrijf voor als het echt mis loopt. Ruzies zijn meestal al begonnen voor de rit, en zullen erna gewoon verder lopen. Blijf best gewoon observator, en doe je werk.”

Vaardigheden

Deklerck geeft toe dat het wat vaardigheden vraagt om met deze penibele situaties om te gaan. “Het is altijd belangrijk om in te schatten of je rust uitstraalt. Stel je de vraag: ‘Ben ik rustig genoeg om hiermee om te gaan? Ben ik in staat om nog te rijden? Kan ik in dialoog gaan?’ Als je als taxichauffeur dan toch wilt reageren, raadt Johan Deklerck aan om dat met enige voorzichtigheid te doen. Je kan de volgende zinnen bijvoorbeeld zeggen: ‘het zou me helpen als het wat rustiger is.’ Of: ‘Ik denk niet dat het een goed idee is om nu een oplossing voor jullie probleem te zoeken in mijn taxi.’ Zeg zeker niet: ‘het is mijn taxi en het moet hier gedaan zijn.’

Veel volk 

Deklerck raadt de taxichauffeur tot slot aan om op een plaats te stoppen waar er veel volk en licht is. “Dat werkt heel preventief. Kom niet alleen toe. Zorg dat iemand geïnformeerd wordt, zoals een collega, die ook op die plaats aanwezig is. Zorg dat je stopt op een plaats waar camera’s veiligheidsopnames maken, winkelstraten, een bank, … , daar kan je later eventueel gebruik van maken indien nodig. Geef eventueel een discreet signaal aan je bedrijf of aan de politie als het echt uit de hand loopt. Druk een stil alarm in. Spreek de dispatching toe met vooraf afgesproken codewoorden. Als je getuige bent van strafrechtelijke feiten, dan dien je dit te melden. Maar probeer emoties te bannen, en doe dit discreet, en doe eventueel onmiddellijk achteraf aangifte bij de politie.”

Over Johan Deklerck

Johan Deklerck is doctor in de criminologie (2005), studeerde orthopedagogiek (1980), criminologie (1984), antropologie (1987), en behaalde zijn lerarendiploma (1991). Hij werkt aan de KU Leuven en als zelfstandig expert in criminologische thema’s. ​Hij doceerde een aantal jaren (jeugd)criminologische en (vak)didactische vakken aan de KU Leuven en aan Ipsoc (Vives) en was er o.a. medeoprichter van de opleiding ‘Maatschappelijke Veiligheid’. Via de begeleiding van kwetsbare mensen, van vele honderden studenten en van diverse teams  verwierf hij een coachings- en begeleidingsexpertise.